Karsen kreeg les van zijn vader, de romantische schilder Kasper Karsen. Hij studeerde vervolgens aan de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam waar hij in contact kwam met tijdgenoten als Jacobus van Looy, Jan Veth en Jan Toorop. Karsen was bevriend met de schilders George Breitner en Isaac Israëls.
"De werkelijkheid had hij lief, maar omgedroomd. De omdroomende toover steeg op uit zijn bron of zijn tuin. In zijn kleine schilderijen is altijd iets dat bloeit of dat glanst, dat waast of dat welt, dat neuriet of mijmerzwijgt. Altijd een droppel, een vonk, een toon, een stilte, die de werkelijkheid vergeten doet, die alleen, en onmiddelijk, de gemeenschap tot stand brengt tusschen ons en een overvolle menschelijkheid. Wie Karsens werk zoo kent, voor dien krijgt de naieve trouw van een enkel lijntje op het eenvoudigste etsje iets verteederends en iets gezaghebbends. Hij kan het niet missen, omdat het uitdrukking geeft aan van alle oorspronkelijkheden misschien de duurzaamste: de werkelijkheid één geworden met een opofferende, liefhebbende ziel." Albert Verwey in "De Beweging", jaargang 7 (1911).
Karsen, Eduard
Geboortejaar
1860
Sterfjaar
1941
Land
Nederland