Passe-partout

De Etselaar snijdt graag zijn eigen passe-partouts. Dat is geen sinecure, zeker toen hij daar nog ongeoefend in was. Vele passe-partoutkartons gingen verloren om uiteindelijk tot één acceptabel resultaat te komen. Inmiddels, na heel wat oefening verder, gaat het hem beter af en is er zelfs sprake van enige trots als een passe-partout over een ets heen ligt. Deze krijgt zo alle aandacht omdat ruis van kreukelige, verkleurde, roestvlekkerige buitenmarges aan het zicht onttrokken zijn. De ets is letterlijk het absorberend middelpunt geworden.

Plaatrand

Ets- of drogenaald afdrukken hebben het typerende kenmerk van de plaatrand die iets dieper in het papier ligt. Een ets wordt over het algemeen in een metalen (veelal koper of zink) plaat geëtst, of de afbeelding daarin rechtstreeks met de droge naald gekrast. De randen van zo’n metalen plaat zijn onbewerkt erg scherp. Wanneer een plaat met onbewerkte plaatranden zou worden afgedrukt, zouden door de grote druk van de pers deze randen wel eens door het papier kunnen steken of in het ergste geval in zijn geheel er doorheen gestanst. De etser heeft dan ook nog het nodige werk aan het bijvijlen van de plaatranden zodat deze mooi zijn “afgerond”.

Witmarge

De afbeelding kan tot aan de randen van de plaat worden gezet zodat de plaatrand samenvalt met de uiterste marges van de afbeelding. Een andere mogelijkheid is dat de afbeelding in een kader wordt geplaatst en dat er binnen de plaatrand een lege marge ontstaat. De Duitse kunstenaar Bruno Héroux heeft er echter werk van gemaakt om deze marge te voorzien van meerdere kleine (opmerkende) afbeeldingen, de zogenaamde Remarquendrucke, onder andere te zien in zijn ets “Gebrochene Schwingen” uit 1918. Maar we zien ook andere kunstenaars zoals bijvoorbeeld bij Héroux’s tijdgenoot Emil Orlik een enkele kleine tekening in deze plaatmarge zetten (zie afbeelding). Naast de marge op de plaat is er nog de marge van het papier dat buiten de plaatrand valt.

Uitgeknipt

Als verzamelaars zien we graag etsen afgedrukt op papier met fatsoenlijke marges. Bij 15e- en 16e-eeuwse afdrukken van bijvoorbeeld Albrecht Dürer en Lucas van Leyden zie je vaak dat de marges tot vlak aan de afbeelding zijn weggeknipt. Die praktijk is tegenwoordig ondenkbaar. Het andere uiterste maakt de Etselaar nu ook niet bepaald blij, namelijk een relatief kleine plaat afgedrukt op een heel veel groter vel papier. Omdat bijsnijden van het papier not done is, is er soms een grote lijst en een groot passe-partout nodig om de ets in te kunnen lijsten. De marges zijn dan wat uit verhouding.

Keuzes

Tot waar snijd je nu het binnenstekader van een passe-partout zodat de afbeelding optimaal tot zijn recht komt en mogelijk afleidende ongerechtigheden in de marges buiten het zicht worden gehouden? De Etselaar is daar vrij rigoureus in. De stelling blijft: aan het originele papier en de afdruk wordt niet getornd. Een passe-partout stelt vooral de afbeelding centraal. Met de passe-partout wordt alleen tijdelijk voor een bepaalde focus gekozen, deze kan indien gewenst altijd vervangen worden door een ander passe-partout als een liefhebber meer van de marges van het papier zichtbaar wil hebben. De Etselaar probeert altijd de handtekening van de kunstenaar, mits in de nabijheid van de afbeelding, zichtbaar te houden. Staat deze onderaan in de uiterste marges van het papier dan zal deze niet binnen het uitgesneden kader zichtbaar worden gemaakt. Hetzelfde geldt voor de plaatrand. Indien de marges binnen de plaat vrij ruim zijn genomen, kiest de Etselaar er nog wel eens voor om het kader van de passe-partout daar overheen te leggen. Ook verdwijnt er wel eens een afbeelding onder het passe-partout, zoals bij bovenstaand kunstwerk “Volière” van Wim van Aken. De Etselaar heeft voor focus gekozen en de ruis van tekst en extra afbeeldingen aan het zicht onttrokken. Maar deze zijn niet verdwenen, slechts verstopt en bij verwijderen van het passe-partout opnieuw te ontdekken.

Transparant

Uiteraard respecteert de Etselaar de verzamelaars die streven naar een verzameling van etsen in perfecte conditie waarvan ook de marges bij voorkeur in erg goede staat zijn. De Etselaar probeert dan ook zo transparant mogelijk te zijn door altijd ook een foto te tonen van het hele vel papier. Dan is het soms lastig om door de verkleuringen, (roest)vlekken en kreuken heen te kijken, maar weet dan dat het inkaderen de blik vanuit een (wit) neutraal vlak laat concentreren op de afbeelding. Tenslotte wordt alles mooier onder een passe-partout.