Laskes interpretatie van het Bijbelverhaal Daniël 6:2-25. In dit verhaal smeden de collega´s van de oh zo betrouwbare Daniël een plan om hem in diskrediet te brengen. Daniël trouw aan God blijft tot hem bidden, maar overtreedt daarmee de kakelverse nieuwe wet waarin staat dat de komende dertig dagen alleen verzoeken tot de majesteit gericht mogen worden. Hierop wordt Daniël, tegen de zin van de majesteit met een zwak voor de oh zo betrouwbare Daniël, in de leeuwenkuil geworpen. Daniëls diepe geloof maakt dat God een Engel stuurt en de leeuwenmuilen de mond weet te snoeren. Daniël overleeft de nacht in de leeuwenkuil tot groot genoegen van de majesteit en wordt vrijgelaten.
Zo mooi aan deze ets van Laske zijn de toeschouwers in de linker bovenhoek die deels met leedvermaak de kuil in lijken te kijken. Zijn het de collega´s van Daniël? Met hen loopt het namelijk slecht af. De majesteit besluit hen namelijk te straffen en in de leeuwenkuil te werpen waarop zij wel door de leeuwen worden opgegeten.
Deze ets is verschenen in "Die Graphischen Künste" (36e jaargang) van het "Gesellschaft für vervielfältigende Kunst" uit Wenen.


